Wij krijgen vaak de vraag wat een individuele aandeelhouder kan doen in het geval er een geschil bestaat tussen de aandeelhouders onderling. Indien onenigheid tussen de aandeelhouders niet in minnelijk overleg kan worden opgelost, biedt de wet een geschillenregeling (artikel 2:335 van het Burgerlijk Wetboek (BW)) voor aandeelhouders die onderling geen overeenstemming kunnen bereiken. In dat kader spreken we over het uitkopen van een aandeelhouder, uitstoten van een aandeelhouder en ‘squeeze-out’. In dit blog zal ik nader stilstaan bij deze onderwerpen.
De uitkoopprocedure
Het Burgerlijk Wetboek kent een drietal procedures die samenhangen met de uitkoop van een aandeelhouder. In dat kader wordt gesproken van de uitkoopprocedure, waarbij een aandeelhouder dwingt om uitgekocht te worden.
In de gevallen waarbij een ‘minderheidsaandeelhouder’ door de overige aandeelhouder(s) volledig buitenspel wordt gezet, omdat de meerderheidsaandeelhouder(s) een doorslaggevende stem heeft/hebben in de vennootschap en in dat kader veelal het beleid van de vennootschap bepalen, kan de minderheidsaandeelhouder vorderen dat zijn aandelen door de andere aandeelhouders (verplicht) worden overgenomen. De wet bepaalt hier over dat de aandeelhouder ‘zodanig in zijn rechten of belangen wordt geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd’. Dit is een relatief open norm en van geval tot geval moet bekeken worden of de situatie die zich voordoet, past in deze omschrijving.
Als een gedaagde partij wordt veroordeeld in een uitkoopprocedure, dan zal de gedaagde verplicht de aandelen van de eisende aandeelhouder moeten overnemen voor een koopprijs die nader wordt bepaald tijdens de uitkoopprocedure.
De uitstootprocedure
De uitstootprocedure wordt ook wel ‘squeeze-out’ genoemd. Aandeelhouders die alleen of gezamenlijk tenminste een derde van de aandelen in de vennootschap houden, kunnen vorderen dat een aandeelhouder die zich misdraagt, verplicht zijn aandelen aan de overige aandeelhouders moet overdragen. De wet spreekt dan over een aandeelhouder ‘die door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt, dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld’. Wederom is ook deze omschrijving relatief algemeen van aard. In ieder geval zijn bij de toewijzing van een uitstootprocedure een tweetal toetsingscriteria van belang. De aandeelhouder moet in ieder geval het vennootschappelijk belang hebben geschaad. Met andere woorden: zijn handelen of nalaten druist tegen het belang van de onderneming in. Verder moet het ook gaan om handelingen van de aandeelhouder in zijn hoedanigheid van aandeelhouder (en bijvoorbeeld niet van bestuurder).
De 95%-aandeelhouder
De aandeelhouder die tenminste 95% van de aandelen houdt in een besloten vennootschap of naamloze vennootschap, kan vorderen dat de laatste aandeelhouder(s) hun/zijn aandelen gedwongen zal/zullen overdragen. De rechter wijst deze vordering alleen af, indien (a) een minderheidsaandeelhouder – ondanks de koopprijs die hij ontvangt – ‘ernstige stoffelijke schade zou lijden door de overdracht’; (b) een gedaagde houder is van een aandeel waaraan bijzondere zeggenschap is verbonden of (c) een eiser jegens een gedaagde afstand heeft gedaan van zijn bevoegdheid om een dergelijke vordering in te stellen.
Prijsbepaling van de aandelen
Indien prijsafspraken tussen aandeelhouders onderling zijn gemaakt voor overdracht van aandelen, merken wij op dat deze prijsvaststelling objectief bepaalbaar moet zijn. Indien deze afspraken ‘kennelijk onredelijk’ zijn, dan zijn de gemaakte (prijs)afspraken rechtens niet afdwingbaar.
Advocaat uitkoop aandeelhouder
HAUT Legal & Tax is een advocatenkantoor dat gespecialiseerd is in het ondernemingsrecht en gedegen ervaring heeft op het gebied van de uitkoop- en uitstootprocedure. Indien u naar aanleiding van dit blog vragen heeft, neemt u dan gerust vrijblijvend contact met ons op.