Tijdelijke dienstverbanden die elkaar opvolgen, worden een ‘keten’ genoemd. De ketenregeling bepaalt wanneer een keten van dienstverbanden automatisch wordt omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd en dus ook hoeveel tijdelijke dienstverbanden een werkgever maximaal kan aangaan als hij géén vast contract wil geven.
Sinds de WAB geldt dat een werknemer een vast contract heeft als hij meer dan drie tijdelijke contracten heeft gekregen of dat de keten een periode van 36 maanden overschrijdt. Als er tussen de contracten meer dan zes maanden tijd zit, wordt de keten doorbroken en begin je opnieuw met tellen.