Tijdens een overname is het gebruikelijk dat een koper in de overnameovereenkomst een non-concurrentiebeding opneemt. Met een dergelijk beding wordt het de verkoper verboden om direct te concurreren met de koper in een bepaalde markt. Veelal geldt een non-concurrentiebeding voor een bepaalde periode. Het schenden van een non-concurrentiebeding heeft vaak het betalen van een (fikse) boete als gevolg. In dit blog zal ik stilstaan bij de vereisten voor een geldig non-concurrentiebeding, wanneer gesproken kan worden van een schending en wat te doen bij oneerlijke concurrentie.
Geldigheid non-concurrentiebeding
In de praktijk krijgen wij vaak te maken met partijen die zelf een non-concurrentiebeding hebben opgesteld, zonder dat zij bijgestaan werden door juridische adviseurs. De constatering die wij vaak hebben moeten maken is dat een dergelijk non-concurrentiebeding niet voldeed aan de wettelijke eisen, vaak overeen was gekomen voor een te lange periode en derhalve ongeldig was.
Een non-concurrentiebeding in een overnameovereenkomst moet voldoen aan nationale en Europese mededingingseisen. Dit betekent dat de duur, het geografisch bereik en de reikwijdte beperkt moet zijn tot hetgeen in dat kader noodzakelijk is. Wanneer een verkoper bijvoorbeeld alleen activa en/of intellectuele eigendomsrechten verkoopt, dan is het bedingen van een non-concurrentiebeding niet noodzakelijk en derhalve verboden. Wanneer de verkoper daarnaast bijvoorbeeld ook goodwill (bijvoorbeeld het klantenbestand) overdraagt, dan geldt dat een non-concurrentiebeding voor een periode van maximaal twee jaar. De duur kan met één jaar worden verlengd, indien naast goodwill ook know-how wordt overgedragen. Het overeenkomen van een langere periode is slechts in uitzonderlijke omstandigheden aanvaardbaar. Verder geldt dat het geografische bereik van het non-concurrentiebeding dient te worden beperkt tot het gebied waarin de verkoper vóór de overname zijn producten/diensten aanbood.
Wanneer is er sprake van een onrechtmatige concurrentie?
Wij krijgen vaak de vraag of een bepaald gedrag aangemerkt kan worden als een verboden handeling, zoals beschreven in een non-concurrentiebeding. Voor de beantwoording van de vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld, komt het niet alleen op de tekst van die overeenkomst, maar ook op wat partijen in redelijkheid van dat beding mochten verwachten. Vooral wordt gekeken naar de strekking van het beding: welk belang beschermt het? Een concreet antwoord op de vraag wanneer er sprake is van een onrechtmatige concurrentie, is niet te geven. Het is afhankelijk van hetgeen in een non-concurrentiebeding is opgenomen en de gedragingen van partijen. Echter kan wel gezegd worden dat niet elke gedraging wat op zichzelf op een schending lijkt, aldus kan worden aangenomen. Het bijvoorbeeld aanbieden van ‘concurrerende werkzaamheden’ op zichzelf levert nog geen schending van het beding op.
Uit een uitspraak van de Hoge Raad is bepaald dat het iemand die zijn onderneming heeft verkocht niet vrij staat om met de verkochte onderneming te concurreren – dit, los van de vraag of er wel of geen concurrentiebeding is overeengekomen. Dit betekent dat het een voormalig eigenaar verboden is om klanten van de onderneming te benaderen en daarmee concurrerende zaken te doen. Dit betekent echter niet dat het verboden is om helemaal te concurreren. Dat levert namelijk een beperking van de ondernemersvrijheid op.
Wat te doen bij oneerlijke concurrentie?
In geval van schending van een non-concurrentiebeding, verbeurt de voormalig eigenaar van de onderneming vaak een boete. Deze boete houdt vaak een direct opeisbaar bedrag in, waarbij tevens een dwangsom geldt van een bepaald bedrag per dag, zolang het concurrerende feit zich voordoet. De nieuwe eigenaar dient zich er wel op te beramen dat op hem een klachtplicht rust. Dat betekent dat de koper niet moet afwachten, maar de voormalige eigenaar meteen dient aan te schrijven.
Advies
Het is verstandig om bij het opmaken van een non-concurrentiebeding, juridisch advies in te winnen, zodat discussie achteraf over de toepassing van het beding en de uitleg daarvan, voorkomen kan worden. Heeft u vragen over een non-concurrentiebeding of wenst u er een te laten opstellen, dan kunt u vrijblijvend met ons kantoor contact opnemen. Onze experts helpen u graag verder!