Conservatoir beslag is afgeleid van het woord ‘conserveren’, ook wel bewaren. Deze vorm van beslag is tijdelijk en de verzoekprocedure om verlof te krijgen voor het leggen van conservatoir beslag gaat over het algemeen vrij snel. Het komt vaak in beeld indien een schuldeiser een onbetaalde vordering heeft op een schuldenaar. Er wordt beslag gelegd op het vermogen van de schuldenaar, vaak voorafgaand of soms tijdens een gerechtelijke procedure. Zo probeert de schuldeiser zijn vordering veilig te stellen. Er kan beslag worden gelegd op een woning of een auto maar ook op een bankrekening of onder de belastingdienst of een debiteur van de schuldenaar. Indien een ander al beslag heeft gelegd, bestaat er nog steeds de mogelijkheid om dit ook te doen. De opbrengst wordt namelijk naar rato van ieders vordering verdeeld.
Indienen van een verzoekschrift
Om het beslag te kunnen leggen moet er een verzoekschrift worden ingediend door een advocaat. Met dit verzoek wordt de rechter verzocht om verlof. Voor de rechter is het van belang om te weten om wat voor vordering het gaat en hoe hoog deze is. Soms moet er sprake zijn van vrees voor verduistering door de schuldenaar van het beoogde beslagobject. In het verzoekschrift moeten alle inlichtingen worden verstrekt door de verzoekende partij die nodig zijn voor het verkrijgen van het verlof.
Er vindt geen zitting plaats en vaak komt het beslag voor de schuldenaar onverwachts. De tegenpartij kan zich daarbij dus niet verweren. Een verrassingseffect is belangrijk zodat de schuldenaar het beslagobject niet kan laten verdwijnen. De eisende partij moet echter wel overgaan tot het instellen van de eis in de hoofdzaak nadat verlof is verleend. Vaak gebeurt dit door een dagvaarding te betekenen. Dit moet meestal gebeuren binnen veertien dagen na het leggen van het beslag. Het is de deurwaarder die het beslag legt.
Verweer
Vaak verleent de rechter toestemming voor een conservatoire beslaglegging en legt de deurwaarder vervolgens het beslag. Tegen de toestemming van de rechter is geen hoger beroep mogelijk. Er bestaat wel de mogelijkheid om via een kort geding de voorzieningenrechter te vragen om het beslag op te heffen; het opheffingskort geding. De beslagene moet dan aangeven dat het beslag ten onrechte is gelegd of niet noodzakelijk is omdat de schuldenaar voldoende zekerheid heeft voor zijn vordering. De schuldenaar heeft ook de mogelijkheid om vervangende zekerheid aan te bieden, bijvoorbeeld met een bankgarantie. De bank staat dan in voor de betaling van de schuld. Het beslag moet dan worden opgeheven.
Lees ook: Conservatoir beslag leggen