Gronden verzet tegen dwangbevel
In de verzetprocedure ex artikel 17 Invorderingswet tegen een dwangbevel en de ten uitvoerlegging hiervan dienen de gronden goed gemotiveerd te worden. Er bestaan diverse gronden die tot een succes in de procedure kunnen leiden. Allereerst kan de Belastingdienst formele fouten gemaakt hebben. Denkt u bijvoorbeeld aan het versturen van een dwangbevel naar een verkeerd adres. Daarnaast kan de belastingaanslag al betaald zijn of verjaard zijn.
Ook kunt u stellen dat de Belastingdienst zich niet heeft gehouden aan het invorderingsbeleid. Indien er nog sprake is van een betwiste belastingschuld dient de Belastingdienst bijvoorbeeld, in het algemeen, terughoudend te zijn met nemen van onherroepelijke invorderingsmaatregelen. De bezwaar- of beroepsprocedure dient in beginsel afgewacht te worden.
Verder zal de rechtbank in de verzetprocedure een belangenafweging maken. Het belang van de Belastingdienst bij invordering van belastingschulden staat vast. De Belastingdienst behartigt het algemeen belang en dient zonder onderscheid de belastingen in te vorderen. Indien echter uw belang bij tijdelijk uitstel van betaling zeer groot is kan het verzet gegrond worden verklaard. Daarbij zal afgewogen moeten worden welke schade u en uw onderneming wordt toegebracht indien de invorderingsmaatregelen (zoals een veilingverkoop) zullen worden doorgezet. Tevens zal worden afgewogen welke zekerheden aan de Belastingdienst verstrekt kunnen worden. Indien alvast een substantiële afbetaling kan worden gedaan zal de rechter daar rekening mee houden. Hier treft u een voorbeeld aan van een procedure waarbij na deze belangenafweging het verzet gegrond wordt verklaard (na bijstand van een advocaat van Haut Legal & Tax).
Ook kan bezwaar gemaakt worden tegen de wijze waarop de Belastingdienst de schuld incasseert. Wellicht heeft de Belastingdienst diverse mogelijkheden om haar vordering te incasseren. In dat geval zal de Belastingdienst moeten kiezen voor de voor u minst bezwarende mogelijkheid. Ook bij de wijze van invordering dient de Belastingdienst de belangen van u en uw onderneming voor ogen te houden.
De stelling dat de belastingaanslag niet juist is kan in beginsel niet doorslaggevend zijn in de verzetprocedure. De juistheid van belastingaanslagen dient in de bezwaar- en/of beroepsprocedure bij de belastingrechter betwist te worden. Is dit nagelaten? Dan kan in veel gevallen bij de Inspecteur van de Belastingdienst een verzoek tot amtsthalve vermindering worden ingediend. Indien evident is dat de belastingaanslag niet klopt kan hiermee echter in zeer bijzondere omstandigheden wel rekening gehouden worden bij de verzetprocedure ex artikel 17 Invorderingswet.