Coöperaties als samenwerkingsverbanden voor ondernemers zijn een hot item. Rechtbank Gelderland heeft zich onlangs uitgesproken over het ondernemerschap van de leden van een coöperatie.
Het betrof in deze zaak een fiscaal dienstverlener die advies- en administratieve diensten leverde via een coöperatie, waar hij zelf lid van was. In deze zaak was niet in geschil dat de coöperatie en de leden tezamen een materiële onderneming dreven. De vraag was of de onderneming niet alleen voor rekening van de coöperatie werd gedreven, maar of deze ook gedreven werd voor rekening van de leden.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de onderneming niet mede voor rekening en risico van de leden gedreven wordt. Zij komt tot deze conclusie na een beoordeling van de feiten.
In de statuten van de coöperatie staat dat de leden niet aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de coöperatie en dat de ledenvergadering beslist over de uitkeringen aan de leden. Volgens de rechtbank volgt hieruit dat de behaalde resultaten niet rechtstreeks aan haar leden toekomen en dat de onderneming niet mede rechtstreeks voor rekening van de leden wordt gedreven.
Het risico dat debiteuren van de coöperatie in gebreke blijven en dat dit verlies ten laste van de leden komt, vindt de rechtbank slechts een afgeleid belang. Bovendien ontvangen de leden in deze zaak een vaste vergoeding per maand en is in de overeenkomst van dienstverlening tussen de leden en de coöperatie opgenomen, dat een jaarlijkse vergoeding wordt vastgesteld waarin alle onkosten zijn opgenomen. De rechtbank vindt het daardoor niet aannemelijk dat het lid niets ontvangt zodra een debiteur van de coöperatie in gebreke blijft.
Ook de feitelijke gang van zaken wijst er volgens de rechtbank op dat de resultaten slechts aan de coöperatie toekomen. Alle werkzaamheden worden op naam van de coöperatie gefactureerd en het lid ontvangt een beloning die niet afhankelijk is van de feitelijk gefactureerde bedragen, maar een vast bedrag. Het lid heeft verder geen andere inkomsten dan die van de coöperatie. De rechtbank maakt daar niet alleen uit op dat de onderneming alleen voor rekening van de coöperatie wordt gedreven, maar ook dat het lid niet zelf beschikt over een los van de coöperatie bestaande organisatie die als onderneming kan worden aangemerkt.
De rechtbank concludeert dus dat het lid geen onderneming drijft, maar dat hij in loondienst is bij de coöperatie en dat hij een gebruikelijk loon moet genieten. Maar hoe zou de rechtbank geoordeeld hebben als de vergoeding van de leden wel volledig afhankelijk is van de gefactureerde bedragen? En als er in de overeenkomst tussen het lid en de coöperatie niet alleen is opgenomen dat het lid aansprakelijk is voor haar dienstverlening richting klanten, maar als het lid naast de coöperatie tevens zelf de overeenkomst met de klant aangaat? En dat weliswaar de facturatie en administratie via de coöperatie loopt – omdat de leden door tussenkomst van de coöperatie in de gelegenheid worden gesteld om grotere partijen aan zich te binden – maar dat de activiteiten formeel en feitelijk voor rekening en risico van de leden verricht worden? Zou er dan wel sprake van zijn dat de leden een onderneming drijven?
En in hoeverre speelt dan nog een rol dat het lid geen andere inkomsten heeft, maar zijn inkomsten alleen genereert via de coöperatie? Kan in dat geval gezegd worden dat hij meer dan één opdrachtgever heeft of wordt de coöperatie als de enige opdrachtgever gezien?
Overigens is het deel, dat de leden op grond van de statuten niet aansprakelijk zijn voor verbintenissen van de coöperatie, interessant. Deze bepaling, die vermoedelijk ziet op het karakter van ‘Uitgesloten Aansprakelijkheid’ van de coöperatie, wordt in verschillende statuten anders geformuleerd. Zou het nog verschil maken als het lid – in zijn hoedanigheid van lid – niet aangesproken kan worden voor tekorten in de coöperatie, maar als lid in zijn hoedanigheid van dienstverlener wel aansprakelijk is voor de activiteiten die hij jegens klanten verricht? Een onderwerp voor een andere tijd (zelfde plaats). Voorlopig blijven we de ontwikkelingen op dit gebied nauwlettend in de gaten houden.
Haut Legal & Tax levert hoogwaardige fiscale adviesdiensten met bijzondere interesse in de coöperatie en de fiscale gevolgen van het gebruiken van deze rechtsvorm als samenwerkingsverband. Wilt u van gedachten wisselen over dit onderwerp, dan bent u van harte uitgenodigd voor een kop koffie.