Aan een natuurlijk persoon die in staat van faillissement verkeert kan onder een aantal voorwaarden de mogelijkheid geboden worden om het faillissement om te laten zetten in een wettelijke schuldsaneringsregeling. De voordelen van een WSNP-traject (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) ten opzichte van een faillissement spreken voor zich: anders dan na faillissement, waarbij de restschuld nog steeds opeisbaar is, begint de schuldenaar na afloop van het goed doorlopen schuldsaneringstraject met een schone lei. Bovendien heeft de schuldenaar bij een schuldsaneringstraject, dat minimaal drie jaar duurt, het einde van zijn schuldproblemen in zicht.
Om van die gunstigere regeling gebruik te kunnen maken is gedegen advies en professionele begeleiding vereist. Dit geldt temeer nu de Hoge Raad heeft bepaald dat bij een verzoek om omzetting ex artikel 15b Faillissementswet moet worden aangetoond dat de gefailleerde zich heeft ingespannen om middels een akkoord een buitengerechtelijke regeling te treffen. Voorafgaand aan een nadere toelichting daarvan kort de voorwaarden om voor de WSNP in aanmerking te komen.
Zoals de naam van de wet al aangeeft, geldt de WSNP uitsluitend voor natuurlijke personen, en niet voor rechtspersonen. Natuurlijke personen die aan het handelsverkeer hebben deelgenomen via een VOF of eenmanszaak kunnen wel gebruik maken van een schuldsaneringsregeling, omdat zij (tezamen met de onderneming) in staat van faillissement verkeren.
Voorts komen alleen personen die te goeder trouw zijn in aanmerking voor de WNSP. Dat geldt zowel voor de toekomst, maar ook voor het onmiddellijke verleden. In de vijf jaren voorafgaand aan de aanvraag moet de schuldenaar te goeder trouw zijn geweest. Dit wordt onder meer beoordeeld aan de hand van de vraag of de schuldenaar behoorde weten dat bepaalde (rechts)handelingen tot betalingsproblemen zouden leiden. Vooruitblikkend wordt beoordeeld of de schuldenaar in staat zal zijn om gemaakte afspraken na te komen en of van hem kan worden verwacht dat hij zich daadwerkelijk zal inspannen om de schuldeisers zoveel mogelijk te voldoen.
Welnu, bij prejudiciële beslissing van 13 maart 2015 (ECLI:NL:HR:2015:589) heeft de Hoge Raad bepaald dat voor het omzettingsverzoek bovendien het vereiste geldt dat de schuldenaar heeft geprobeerd een buitengerechtelijke schuldregeling te treffen. Dit vereiste ex art. 285 lid 1 sub f Faillissementswet gold reeds bij de aanvraag voor een schuldsaneringsregeling vóór faillissement. Volgens de recente uitspraak heeft dit vereiste ook te gelden voor de aanvraag tijdens het faillissement.
Nu is het voor de failliet als gevolg van het faillissement niet mogelijk om zelf een dergelijke regeling te beproeven. In plaats van professionele schuldhulpverlening, zoals verplicht in het kader van een aanvraag vóór faillissement, vindt de Hoge Raad in het kader van omzetting een schriftelijke verklaring van de curator inhoudende dat tevergeefs naar de mogelijkheden om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen is gezocht voldoende.
Afhankelijk van de kwaliteit van de verstandhouding tussen failliet en curator kan de failliet bij wijze van alternatief overwegen om een advocaat met kennis en ervaring in de insolventiepraktijk in de arm te nemen. Los van de waarde van een frisse blik op de zaak, heeft een gemachtigde advocaat bovendien, in tegenstelling tot de curator aan wie een meer passieve rol is toebedeeld, meer ruimte om met de schuldeisers om de tafel te zitten en dus actief naar een schuldregeling te zoeken. Daarmee worden niet alleen de kansen op een gunstig akkoord vergroot, maar wordt tevens voldaan aan het vereiste degelijke onderzoek naar een buitengerechtelijke oplossing waarmee desnoods alsnog een WSNP-aanvraag ka worden gedaan.
De advocaten van Siebert & Becker hebben zowel de insolventierechtelijke expertise, alsook de financiële en fiscale kennis en ervaring om hier een betekenisvolle bijdrage te kunnen leveren en voor een realiseerbare oplossing te vinden.