Voorkom aansprakelijkheid, acteer tijdig als bestuurder, zeker nu!

Als een bedrijf failliet verklaard wordt, benoemt de Rechtbank een curator die het faillissement afwikkelt. Eén van de taken van de curator is het onderzoeken van de gang van zaken voorafgaand aan het faillissement. Hebben de bestuurders juist gehandeld en de op hen rustende verplichtingen vervuld? Wanneer dat niet het geval is, kunnen de bestuurders persoonlijk, dus in privé, aansprakelijk zijn voor de schulden van de failliete onderneming, het zogenaamde (faillissements)tekort.

Aansprakelijkheid bij niet handelen

De afgelopen jaren is er veel geprocedeerd over de aansprakelijkheid van bestuurders. In de rechtspraak zijn normen vastgelegd waaraan het handelen of juist niet handelen van bestuurders wordt getoetst. Niet handelen kan ook tot bestuurdersaansprakelijkheid leiden. Als er sprake is van een vennootschap die feitelijk failliet is en deze situatie is onomkeerbaar, kan op de bestuurders de verplichting rusten om het faillissement van de onderneming aan te vragen. Het in de lucht houden van een onderneming die niet meer levensvatbaar is, kan dan tot aansprakelijkheid leiden.

Schuldeisers stellen bestuurders aansprakelijk

Op 17 juni 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland hierover een interessante uitspraak gedaan. Meestal stelt de curator van de failliete onderneming de bestuurders aansprakelijk. In deze procedure is dat niet zo. De bestuurders hadden al overeenstemming bereikt met de curator en een deal gesloten. De bestuurders werden daarna alsnog door een aantal concurrente crediteuren op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gesteld. Dit gebeurt niet vaak. Meestal wachten schuldeisers de afwikkeling van het faillissement af, met tijdsverloop tot gevolg. Daarnaast hebben schuldeisers vaak een informatieachterstand.

Wat was er aan de hand?

In september 2016 werd een aannemingsbedrijf op eigen aangifte failliet verklaard. In de vijf jaren voor het uitspreken van het faillissement was vennootschap X enig aandeelhouder en bestuurder van het aannemingsbedrijf. Kort voor het faillissement vond een bestuurswisseling plaats waarbij vennootschap Y enig aandeelhouder en bestuurder van het aannemingsbedrijf werd. De heer Z was zowel van vennootschap X als van vennootschap Y de enig aandeelhouder en bestuurder. Achteraf bleek dat X een kapitaalkrachtige vennootschap was, en Y een nagenoeg lege vennootschap. De individuele crediteuren (onderaannemers) stelden de beide vennootschappen en de bestuurder in privé aansprakelijk voor de door hen geleden schade. Zij stelden zich op het standpunt dat de handelswijze van het bestuur na een bepaalde peildatum onrechtmatig was in de zin van  artikel 6:162 BW. De schuldeisers beriepen zich op de normen zoals eerder door de Hoge Raad geformuleerd in het arrest Ontvanger/Roelofsen (HR 8 december 2006, NJ 2006, 559).

Maatstaf voor bestuurdersaansprakelijkheid

Uit dat arrest volgt dat in geval van benadeling van een schuldeiser van een vennootschap door het onbetaald en onverhaalbaar blijven van diens vordering, naast de vennootschap mogelijk ook sprake kan zijn van aansprakelijkheid van de bestuurder wanneer deze (i) namens de vennootschap heeft gehandeld dan wel (ii) heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt. In beide gevallen is volgens de Hoge Raad in het algemeen alleen sprake van bestuurdersaansprakelijkheid wanneer deze, mede gelet op zijn verplichting tot een behoorlijke taakuitoefening als bedoeld in artikel 2:9 BW, een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Rechtbank stelt peildatum vast

Nadat de Rechtbank naar alle feiten en omstandigheden gekeken heeft, concludeert zij dat het faillissement al drie maanden vóór het uitspreken hiervan onafwendbaar was. De Rechtbank concludeert dat vanaf dat moment onvoldoende financiële middelen waren om aan lopende en nieuwe verplichtingen te voldoen en het faillissement dus onafwendbaar was. Daarnaast is niet gebleken van een reddingsplan. Ook zijn geen andere mogelijkheden onderzocht om uit de financiële problemen te komen. Van belang daarbij is ook de bestuurswissel 6 weken vóór het faillissement waarbij de kapitaalkrachtige bestuurder (vennootschap X) vervangen is door de nagenoeg lege vennootschap (Y). De Rechtbank concludeert dat zowel de vennootschappen X en Y, als de privépersoon Z aansprakelijk zijn voor de schade die onderaannemers hebben geleden. Die schade bestaat uit de onbetaald gebleven facturen na de peildatum.

Bestuurdersaansprakelijkheid en Corona

De uitspraak van de Rechtbank ziet op feiten en omstandigheden die spelen vóór de Coronacrisis. Om te overleven zijn veel bedrijven op dit moment afhankelijk van staatssteun (NOW-regeling etc.). De kans bestaat dat bedrijven die eigenlijk geen economisch bestaansrecht meer hebben, nu in leven worden gehouden terwijl deze ondernemingen eigenlijk feitelijk insolvent zijn. Zou dat aansprakelijkheid met zich mee kunnen brengen? Zal de Coronacrisis leiden tot een herijking van de normen voor bestuurdersaansprakelijkheid? De tijd zal het leren!

De advocaten en curatoren van HAUT Legal & Tax hebben jarenlange ervaring met het adviseren van bestuurders over de valkuilen met betrekking tot de aansprakelijkheid van bestuurders. Veelvuldig zijn claims afgewend, en procedures gewonnen. Acteer tijdig als bestuurder, het team van HAUT Legal en Tax staat altijd voor je klaar. Bij vragen, mail of bel met Janthijn Siebert (janthijn@hautlegal.nl 06-19934330) en Alexander Claus (alexander@hautlegal.nl 06-11302936)

Heeft u een juridisch probleem?

Neem gerust vrijblijvend contact met ons op. Onze advocaten staan u graag te woord.

Gerelateerde artikelen

Werknemersparticipatie

Binnen een onderneming heeft een werkgever c.q. ondernemer vaak een ander belang dan het personeel. Een ondernemer kan bijvoorbeeld het doel hebben om snel te

Lees verder »

Heeft u een juridisch probleem?

Wij helpen u graag verder. Vul gerust onderstaan formulier in en wij bellen u z.s.m. terug. 

HAUT Legal & Tax Advocaten
HAUT Legal & Tax Advocaten