Het komt helaas wel eens voor dat een klant een factuur onbetaald laat en vervolgens (wegens gebrek aan baten) zonder nadere berichtgeving de onderneming ontbindt, waardoor deze ophoudt te bestaan. Dit betekent echter lang niet altijd dat de klant van de factuur af is en dat de schuldeiser met lege handen achterblijft. In deze blog bespreken we wat de mogelijkheden zijn om toch nog de vordering te innen.
Rechtspersoon of eenmanszaak/vof?
Vooropgesteld dient te worden dat de bovenstaande situatie verschillend is als de debiteur een bv of nv is, ten opzichte van als de debiteur een personenvennootschap is zoals een eenmanszaak of vof. In die laatste gevallen geldt namelijk dat ondernemer(s) in privé aansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming. Indien de eenmanszaak wordt beëindigd terwijl er openstaande schulden zijn, dan is het mogelijk de natuurlijke persoon achter de eenmanszaak rechtstreeks aan te spreken tot betaling, dan wel zijn faillissement aanvragen. Ook bij een vof is een bedrijfsbeëindiging niet mogelijk zonder dat de schulden van de vof zijn afgewikkeld. Indien de vof onvoldoende baten heeft om de schulden te betalen, dan is het mogelijk om de vennoten in privé voor de schulden aan te spreken.
Bij rechtspersonen werkt het echter iets anders. In beginsel hebben rechtspersonen een strikt afgescheiden vermogen, waardoor de natuurlijke persoon achter de onderneming in principe niet in privé kan worden aangesproken (ook niet als de onderneming is ontbonden). De hiervoor omschreven situatie komt het vaakst voor in de omstandigheid dat na het ontbindingsbesluit blijkt dat de onderneming slechts schulden heeft en geen baten. Er is dan sprake van een ‘lege huls’, waardoor geen vereffening van het vermogen nodig is voor ontbinding. De rechtspersoon kan dan per direct ophouden te bestaan. Deze procedure wordt ook wel de ‘turboliquidatie’ genoemd.
Wat zijn de opties als je hebt vastgesteld dat je te maken hebt met een ontbonden rechtspersoon en deze niet overgaat tot het voldoen van je vordering?
Het faillissement van de debiteur aanvragen
De eerste optie is om het faillissement van de betreffende onderneming aan te vragen. Dit is een optie als niet of lastig te onderbouwen is dat de onderneming nog baten heeft of te verwachten heeft. Wel dient dit ‘summierlijk’ maar voldoende aannemelijk gemaakt te worden. Vaak wordt daarom in dit geval bij de faillissementsaanvraag een potentiële vordering van de ontbonden onderneming op haar bestuurder in privé aangehaald, uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid. Enkele voorbeelden waarbij bestuurdersaansprakelijkheid van toepassing zou kunnen zijn: het nalaten een boekhouding bij te houden en/of een jaarrekening op te stellen, beslissingen die de continuïteit van de onderneming in gevaar kunnen brengen en paulianeuze handelingen, oftewel in het algemeen in het geval van kennelijk onbehoorlijk bestuur of persoonlijk ernstig verwijt van de bestuurder.
Daarnaast dient sprake te zijn van de algemene vereisten voor een faillissementsaanvraag, namelijk meerdere schuldeisers en dat de onderneming is opgehouden te betalen aan haar schuldeisers. Indien de debiteur failliet wordt verklaard zal de curator onderzoek doen naar mogelijke baten. Deze baten zullen vervolgens met inachtneming van de wettelijke rangorde moeten worden vereffend.
Aansprakelijk stellen van de bestuurder van de debiteur
In het verlengde van het bovenstaande is het tevens mogelijk om de (oud-)bestuurder van de ontbonden vennootschap direct aansprakelijk te stellen op grond van een onrechtmatige daad, zonder dat het faillissement wordt aangevraagd. Dit kan kansrijk zijn als je kunt onderbouwen dat de bestuurder bewust en ten onrechte het vermogen van de vennootschap niet heeft vereffend. Bijvoorbeeld als het bekend was dat de vennootschap nog wel baten had en/of de bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld (bij de vereffening). De schuldeiser dient te bewijzen dat sprake is van een persoonlijk ernstig verwijt van de bestuurder. Daarnaast dient onder andere te worden onderbouwd dat deze onrechtmatige daad schade bij jou(w onderneming) heeft veroorzaakt.
Heropening van de vereffening
Afsluitend is het mogelijk om de heropening van de vereffening van de ontbonden vennootschap te verzoeken bij de rechtbank. Dit is mogelijk als na ontbinding ‘nog een schuldeiser of gerechtigde tot het saldo (van de vereffening) opkomt of van het bestaan van een bate blijkt’. De verzoeker dient aan te tonen dat er een niet-vereffende bate is opgekomen of dat er nog uitgekeerd liquidatiesaldo van rechthebbenden kan worden teruggevorderd. Indien de rechter oordeelt dat de vereffening heropend dient te worden, herleeft de vennootschap tijdelijk met het doel de vereffening alsnog juist af te wikkelen.
Welke optie sluit het beste aan bij jouw situatie? Neem voor advies contact op met één van onze gespecialiseerde advocaten via info@hautlegal.nl of 023-5310060.