Op 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap in werking getreden. Alhoewel een verhuurder zich naar ongeschreven recht altijd al als goed verhuurder diende te gedragen, legt deze nieuwe wet normen vast waaraan een verhuurder van woon- en verblijfsruimte zich dient te houden wil sprake zijn van goed verhuurderschap. Daarnaast geeft deze nieuwe wet gemeenten de bevoegdheid om actief te sturen op goed verhuurderschap en handhavend op te treden indien een verhuurder zich niet aan de algemene normen houdt.
Algemene regels goed verhuurderschap
Onder goed verhuurderschap wordt kort gezegd verstaan:
- De verhuurder onthoudt zich van iedere vorm van discriminatie bij de selectieprocedure van nieuwe huurders;
- De verhuurder onthoudt zich van iedere vorm van intimidatie;
- De verhuurder mag slechts een waarborgsom vragen ter hoogte van maximaal tweemaal de kale huurprijs;
- De huurovereenkomst is schriftelijk vastgelegd;
- De verhuurder verstrekt schriftelijk aanvullende informatie aan de huurder over de rechten en plichten van de huurder, alsmede over de afspraken over de waarborgsom en servicekosten, over de contactgegevens van een eventuele beheerder van het gehuurde en over de contactgegevens van het meldpunt van de gemeente voor ongewenst verhuurdersgedrag; en
- De verhuurder brengt uitsluitend servicekosten in rekening in overeenstemming met de wettelijke bepalingen omtrent servicekosten.
De algemene regels gelden niet uitsluitend voor verhuurders, maar ook voor verhuurbemiddelaars zoals bijvoorbeeld makelaars en beheerders. Zowel verhuurders als bemiddelaars en beheerders dienen naast het voorgaande schriftelijk een werkwijze vast te stellen die gericht is op het voorkomen van woondiscriminatie. Daarnaast is in de Wet goed verhuurderschap nogmaals vastgelegd dat het verhuurbemiddelaars verboden is om bemiddelingskosten zowel bij de verhuurder als bij de huurder in rekening te brengen. Bemiddelingskosten mogen slechts eenmaal in rekening worden gebracht.
De nieuwe wetgeving geldt grotendeels alleen voor huurovereenkomsten die op of na 1 juli 2023 zijn overeengekomen. De informatieplicht zoals hiervoor onder 5 beschreven geldt echter ook voor bestaande overeenkomsten. Verhuurders krijgen tot 1 juli 2024 de tijd om de informatie te verstrekken aan de huurder.
Handhaving door de gemeente
Gemeenten zijn belast met het toezicht op naleving van de Wet goed verhuurderschap, alsmede de handhaving ervan. De gemeenten moeten een meldpunt instellen waar burgers anoniem en kosteloos meldingen kunnen doen van ongewenst verhuurgedrag of overtredingen van de wet. Indien een verhuurder, bemiddelaar of beheerder niet voldoet aan de Wet goed verhuurderschap kan de gemeente handhavend optreden. Het niet voldoen aan de wet kan leiden tot oplegging van een bestuurlijke boete van maximaal € 22.500,00. Indien een verhuurder binnen vier jaar nogmaals de fout in gaat, kan opnieuw een bestuurlijke boete worden opgelegd van maximaal € 90.000,00. In het meest extreme geval kan overtreding zelfs leiden tot een beheerovername door de gemeente.
Vergunningsplicht voor verhuur van woonruimte
Naast toezicht en handhaving kunnen gemeente een verhuurvergunningsplicht instellen voor bepaalde wijken of categorieën woningen. Deze vergunningplicht geeft gemeenten de mogelijkheid om misbruik van de kwetsbare positie van huurders tegen te gaan door extra eisen te stelen aan verhuurders in relatie tot onderhoud van de woonruimte en in het geval van gereguleerde zelfstandige woonruimte, de maximale huurprijs.
Gevolgen van de nieuwe wetgeving
De Wet goed verhuurderschap geeft gemeenten vergaande bevoegdheden om in te grijpen in een privaatrechtelijke huurovereenkomst tussen verhuurders en huurders. Het niet voldoen aan de wet kan leiden tot het opleggen van hoge bestuurlijke boetes. Heeft u als verhuurder of verhuurbemiddelaar vragen over de nieuwe Wet goed verhuurderschap of hulp nodig bij het aanpassen van uw huurovereenkomst en informatie verstrekking aan huurders? Neem dan contact met ons op.