WET WERK EN ZEKERHEID: WANNEER GAAT WELK ONDERDEEL IN?
Dat de Wet Werk en Zekerheid is aangenomen door de eerste kamer zal u niet zijn ontgaan. Maar wij merken dat nog veel onduidelijkheid bestaat over de inhoud van de uiteindelijk aangenomen wet en ook de verschillende ingangsdata zijn onduidelijk. In de media zijn diverse foutieve berichten opgedoken, dit maakt het er uiteraard niet makkelijker op. Hieronder nog even een kort overzicht van de wijzigingen gerangschikt op ingangsdatum.
Per 1 januari 2015
De strengere regels voor de proeftijd, het concurrentiebeding, de loondoorbetalingsplicht voor oproepcontracten en de aanzegging bij tijdelijke contracten gaan in op 1 januari 2015 en dus niet op 1 juli 2014. Het was de bedoeling van minister Asscher dat deze maatregelen al op 1 juli 2014 zouden ingaan, maar dit is tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de eerste kamer met een half jaar uitgesteld. Per 1 januari 2015 dus de volgende wijzigingen:
- Er mag geen proeftijd worden overeengekomen in arbeidsovereenkomsten net een duur van 6 maanden of korter;
- In arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mag een concurrentiebeding en/of relatiebeding enkel nog maar worden afgesproken indien sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen, deze belangen dienen opgenomen te worden in het betreffende beding. Ontbreekt de motivatie, dan is het beding nietig;
- Bij arbeidsovereenkomsten van langer dan 6 maanden is de werkgever verplicht om uiterlijk een maand voor het aflopen van de overeenkomst aan de werknemer mee te delen dat de overeenkomst niet voortgezet zal worden na afloop van de bepaalde tijd, een en ander op straffe van een boete die kan oplopen tot 1 maand loon;
- De regels voor loondoorbetaling (indien geen werkzaamheden verricht worden) bij oproepkrachten worden strenger;
Per 1 juli 2015
De veranderingen in het ontslagrecht en de wijziging in de ketenregeling zullen ingaan op 1 juli 2015. Ook gaat de wijziging inzake de passende arbeid bij een WW-uitkering per 1 juli 2015 in. Reeds tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is besloten de wijzigingen die betrekking hebben op de zogenoemde “ketenregeling” uit te stellen van 1 juli 2014 naar 1 juli 2015. Dit betreft de volgende wijzigingen:
- Om de zogenaamde keten van contracten te doorbreken, moet een werknemer vanaf 1 juli 2014 langer dan 6 maanden uit dienst zijn, nu is dat nog 3 maanden.
- De maximale duur, waarbinnen 3 contracten voor bepaalde tijd zijn toegestaan, wordt van 36 maanden teruggebracht naar 24 maanden;
Ook zullen per 1 juli 2015 de volgende, hieronder kort samengevatte, veranderingen in het ontslagrecht ingaan:
- Geen vrije keuze meer tussen UWV of kantonrechter: bij ontslag om bedrijfseconomische reden of bij langdurige arbeidsongeschiktheid zal de procedure bij het UWV gevolgd moeten worden en in de overige gevallen zal de procedure bij de kantonrechter gevolgd moeten worden;
- Elke werknemer met een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar heeft recht op een “transitievergoeding”, afhankelijk van de duur van een dienstverband maar maximaal € 75.000, of voor mensen die meer verdienen: maximaal een jaarsalaris. Hierop zullen wel enkele uitzonderingen van toepassing zijn, waaronder een uitzondering voor de verwijtbare werknemer. Ook geldt voor kleine bedrijven een overgangsregeling: tot 2020 mag door hen een lagere transitievergoeding betaald worden indien de reden voor het ontslag de financiële situatie is;
- De werknemer zal hoger beroep en cassatie kunnen instellen en daarmee proberen de toegewezen ontbinding ongedaan te maken. Onder het huidige ontslagrecht staat tegen ontbinding door de rechter geen hoger beroep open;
- De kennelijk-onredelijk-ontslag-procedure komt te vervallen. Een via de UWV procedure ontslagen werknemer kan zich in plaats daarvan tot de rechter wenden met het verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst. De rechter zal dan de doorlopen UWV-procedure toetsen;
- Bij beëindiging met wederzijds goedvinden krijgt de werknemer het recht om binnen veertien dagen na zijn instemming terug te komen op de overeenkomst;
- De procedures bij het UWV en de kantonrechter gaan in beginsel maximaal vier tot vijf weken duren. Daarbij mag de volledige proceduretijd in mindering worden gebracht op de in acht te nemen opzegtermijn (mits minimaal een maand overblijft).
Tenslotte zal op 1 juli 2015 het volgende wijzigen met betrekking tot de WW-uitkering:
- Werklozen die langer dan een half jaar een WW-uitkering ontvangen moeten al het beschikbare werk aanvaarden. Als het loon lager is dan de WW-uitkering wordt het aangevuld. Op die manier zal werken altijd lonen.
Vanaf 2016
Naast de hiervoor genoemde wijziging betreffende de WW-uitkering zullen ook de regels inzake de duur en het arbeidsverleden veranderen. Deze regelgeving inzake de WW-uitkering zal vanaf het jaar 2016 ingaan:
- De lengte van de WW-uitkering wordt tot 2019 in stappen verkort van 38 maanden naar 24 maanden. Overigens kan hiervan per cao van morgen afgeweken tot maximaal 38 maanden;
- Werklozen ontvangen nu voor elk jaar arbeidsverleden 1 maand WW. Straks geldt dit alleen voor de eerste10 jaar. Daarna ontvangt u voor elk jaar arbeidsverleden een halve maand WW.