Wanneer men trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat zonder de financiële consequenties nader te regelen, ontstaat bij de wet een gemeenschap van goederen. Vaak denken partners er nog wel aan om de financiële consequenties te regelen in huwelijkse voorwaarden, indien één of beide partners een onderneming heeft. De meest gekozen vorm is in dat geval de zogenaamde ‘koude uitsluiting’. Hierbij delen de partners op papier niets met elkaar. De inkomens en vermogens blijven volledig gescheiden. Een vaak geziene aanvulling hierop is echter wel het periodiek of finaal verrekenbeding. Door een dergelijke bepaling op te nemen in de huwelijkse voorwaarden verrekenen partners (jaarlijks) hun inkomens na het aanwenden daarvan ten behoeve van de kosten van de huishouding. Als er dan nog iets resteert, dan verdelen de partners dit bij helfte of naar rato.
Een verrekenbeding vereist wel een deugdelijke administratie. Indien gedurende het huwelijk het verrekenbeding niet of onjuist is uitgevoerd, bepaalt de wet dat bij echtscheiding alsnog moet worden afgerekend alsof er sprake was van een gemeenschap van goederen.
Als je een (succesvolle) onderneming hebt geeft dit uiteraard een vervelende wending aan de echtscheiding. Immers dacht je dat je dit met huwelijkse voorwaarden goed had afgedekt. Ligt de verantwoordelijk voor de uitvoering van het verrekenbeding uitsluitend bij jezelf? Of speelt je accountant, boekhouder of administrateur nog een rol hierin?
Klant stelt accountant aansprakelijk
De Accountantskamer heeft zich hierover uitgelaten op 22 november 2019 (ECLI:NL:TACAKN:2019:76). In deze tuchtprocedure ging het om een echtpaar, waarvan de man een ondernemer was, die in 2006 een accountant-administratieconsulent had benaderd voor administratieve dienstverlening, oftewel het voeren van de financiële administratie en het samenstellen van financiële informatie. De opdrachtbevestiging bepaalde dat de werkzaamheden onder andere omvatten: het opstellen van de jaarrekening van de onderneming, aangiften inkomstenbelasting en een opstelling van de vermogens op grond van de huwelijkse voorwaarden.
In deze huwelijkse voorwaarden werd namelijk een verrekenbeding overeengekomen. Deze hield in dat partijen jaarlijks hun netto-inkomen uit arbeid onder aftrek van de kosten van de huishouding bij helfte zouden verdelen. De accountant heeft de bedoelde jaarlijkse opstellingen in 2006 over de jaren 2003 t/m 2005 gemaakt en verstuurd aan het echtpaar. In 2012 heeft de accountant de opstellingen over de jaren 2004 t/m 2010 gemaakt en in 2016 de opstellingen over de jaren 2011 t/m 2015.
In 2015 is het echtpaar uit elkaar gegaan en is de echtscheiding aangevraagd. Omdat partijen zijn afgegaan op de opstellingen van de accountant, waarbij dus niet jaarlijks werd afgerekend maar in drie keer over meerdere jaren tegelijk, hebben zij niet voldaan aan hun jaarlijkse verrekenplicht. Op basis van artikel 1:141 lid 1 en lid 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt in dat geval vermoed het alsdan aanwezige vermogen te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden. Oftewel: bij echtscheiding moest alles bij helfte worden verdeeld, wat uitermate nadelig was voor de man en zijn onderneming. De man stelde de accountant op grond hiervan aansprakelijk voor de door hem geleden schade.
Is de accountant aansprakelijk voor de geleden schade doordat hij zijn klanten onvolledig informeert?
De Accountantskamer oordeelt dat het de taak was van de accountant om bij de jaarlijkse bespreking, naast de jaarstukken en de belastingaangiften, ook in te gaan op de uitwerking van het verrekenbeding dat was opgenomen in de huwelijkse voorwaarden en het verrekenen van de bedragen die de echtgenoten op grond daarvan over en weer aan elkaar verschuldigd waren. Het was de zorgplicht van de accountant om zijn klanten te informeren over de gevolgen van het niet-naleven van het verrekenbeding. Doordat de accountant niet jaarlijks de opstelling van de vermogens maakte, stond immers vast dat dit gebeurde. Het risico was aldus dat hierdoor ongewenste gevolgen zouden optreden, zoals uiteindelijk ook het geval is geweest. Door zijn zorgplicht te schenden heeft de accountant zijn klanten blootgesteld aan potentiële vermijdbare risico’s. Hierdoor bepaalt de Accountantskamer tevens dat de accountant aansprakelijk is voor de geleden schade.
Conclusie
Indien je een verrekenbeding bent overeengekomen in huwelijkse voorwaarden, dan is het belangrijk om op tijd en op de juiste manier uitvoering hieraan te geven. Immers zijn de gevolgen groot als dit niet gebeurt. De accountant, boekhouder of administrateur is gehouden dit mee te nemen in zijn werkzaamheden en advisering. De zorgplicht van een accountant reikt dus verder dan slechts het opstellen van jaarstukken en belastingaangiften. Bestaat het vermoeden dat je verrekenbeding niet goed is uitgevoerd? En denk je dat dit te verwijten valt aan je accountant, boekhouder of administrateur? Heb je daardoor nadeel ondervonden? Neem dan contact op met Kevin Klokke via 023-5310060 of kevin@hautlegal.nl.