Er is sprake van opvolgend werkgeverschap bij een doorstartende werkgever als de arbeidsovereenkomst van de opvolgend werkgever met de werknemer wezenlijk dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden van de werknemer eist. Tevens moet er tussen de doorstartende werkgever en de vorige werkgever zodanige banden bestaan dat ook de doorstartende werkgever inzicht heeft in de competenties van de werknemer en zijn geschiktheid voor de werkzaamheden. Als niet aan deze twee vereisten is voldaan, dan is er geen sprake van opvolgend werkgeverschap en is de ketenregeling niet van toepassing. In dat geval kan de nieuwe werkgever aldus opnieuw een reeks arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aanbieden conform de ketenregeling. Is er wel sprake van opvolgend werkgeverschap dan moet de nieuwe werkgever rekening houden met de duur en het aantal van de eerder afgesloten overeenkomsten.
De ketenregeling is van toepassing wanneer meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd tussen eenzelfde werknemer en werkgever elkaar naadloos of met een onderbreking van niet meer dan drie maanden opvolgen. Als een reeks langer dan 3 jaar (inclusief eventuele tussenpozen) duurt, dan wordt de laatst gesloten overeenkomst automatisch omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dit geldt eveneens als er meer dan 3 arbeidsovereenkomsten achter elkaar zijn gesloten en de periode van 3 jaar is nog niet overschreden: de laatste (de vierde dus) wordt dan ook omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd.